Wat er precies in 1841 op deze plek lag is niet helemaal duidelijk. Hoogstwaarschijnlijk is er dan sprake van drie tuinen, respectievelijk 4 roeden en 60 ellen, 9 roeden en 80 ellen en 2 roeden en 70 ellen groot, die allemaal eigendom zijn van de 'Katholieke Kerkfabriek'. Deze kerkfabriek had niets met een hedendaagse fabriek te maken, maar was een aanduiding van de instantie binnen de parochie, die zich bezighield met het beheer van de kerkelijke eigendommen, zoals stukken land, weiden, gebouwen en uiteraard de kerk zelf. Of er in deze tuinen bomen hebben gegroeid is onbekend. Ook onbekend is of er houten gebouwtjes in deze tuinen hebben gestaan, want alleen stenen gebouwen zijn op de kadasterkaarten te vinden. Ook is onbekend waarom het hele gebied van het tegenwoordige Domein uit drie tuinen bestond. Hoogstwaarschijnlijk heeft dat te maken met de vroegere bestemming op deze plekken. Misschien dat er twee kapittelwoningen hebben gelegen op het kleinste perceel, met twee langgerekte tuinen tot aan de Begijnenstraat. De aanduiding dat er bij de bouw van de Stadsschool metselwerk is gevonden, geven aanleiding tot een dergelijke veronderstelling.
Volgens de Oorspronkelijk Aanwijzende Tafel uit 1841 lag op nummer F 15 de school, die eigendom was van de gemeente Sittard. Ernaast lag op F 16 het huis, ook eigendom van de gemeente, waar de schoolmeester woonde.
Verhalen over dit onderwerp: Periode 1841, Latijnse School.