Rond het jaar 1400

Weer opende Walram de ogen. Het kloosterplein zag er nu prachtig uit. De twaalf fraaie woningen van de kapittelheren, met hun bijgebouwen, alle gelegen in een goed onderhouden moestuin, vulden het geheel op. Daartussen lag een groter gebouw met een heel hoog dak, weinig ramen en twee hele hoge en brede deuren. Dat is de tiendschuur, zei Jacob, het gebouw waar het kapittel zijn inkomsten in graan opslaat. Je kunt er zo met een wagen naar binnen rijden. Maar het Huis op de Berg ziet er wat verwaarloosd uit, merkte Walram op. Ja, we zijn nu in 1400 en kort geleden is Sittard in bezit van de Hertogen van Gulik gekomen, legde Jacob uit. Die wonen hier niet zelf, maar laten het huis aan een van hun vertegenwoordigers over. Maar de stad zelf bloeit. Ga maar eens op de grote Markt kijken, waar al tijden een mooie markthal staat en die al helemaal volgebouwd is met woningen, winkels en herbergen. Sittard heeft heel wat kooplieden en zelfs enkele geldhandelaren. Verder produceert de stad wollen stoffen, lederwaren en metalen gereedschappen, ook voor de uitvoer. Ze heeft daarvoor zelfs vrijstelling van belastingen gekregen in de Brabantse landen. De Limbrichter-straat en de Putstraat maken nu deel uit van een drukke handelsroute tussen Keulen en Brabant.


Overzicht: Periode 1400