Walram stond verbaasd. Hij herkende het kloosterplein. Zoveel waren de huizen niet veranderd. Maar er waren nogal wat beschadigingen en veel gezichten stonden somber. Er is oorlog, zei Jacob, oorlog tussen Keizer Karel V en hertog Willem van Gulik, Kleef en Gelre. De hertog heeft Sittard willen versterken. Er zijn inderdaad enkele moderne bastions aangelegd, bij Fort Sanderbout, bij de Broekpoort en bij het Stenen Muurke. Maar de oorlog kwam te vroeg en met het grootste deel van de plannen was men nog niet eens begonnen. Toen is Sittard een tijdje door de keizerlijke troepen bezet geweest. Een jaar later, in 1543 heeft de hertog, met steun van de Sittardse schutterij, wel een overwinning op de keizer behaald bij de Kempekoel, maar uiteindelijk bleek de keizer toch te machtig en de hertog moest toestemmen in een nadelig verdrag. Men is de verwoestingen en de onkosten nog niet te boven. Walram was onder de indruk. Wat zou ik mijn burgers graag komen helpen, was alles wat hij kon zeggen.