Over de inkomsten uit tienden van het kapittel beschikken we slechts over summiere gegevens, en dan nog alleen uit de 18e eeuw. Daaruit blijkt dat, zoals overigens algemeen gebruikelijk in die tijd, ook deze tienden werden verpacht. Uit de jaren 1716-1717 kennen we de namen van enkele tiendpachters en wat zij moesten opbrengen cq opbrachten, evenals uit de periode ca 1791-1797. Verder kennen we de opbrengsten van de tiendverpachtingen uit de periode 1743-ca 1795 voor alle tienden voor (bijna) elk jaar.
Het kapittel ontving inkomsten uit de volgende tienden:
Hoe groot de gebieden waren waarover men tiende ontving, is gedeeltelijk bekend en wel uit een overzicht uit het eind van de 18e eeuw. Daaruit blijkt dat men onder Sittard tienden ontving van 94? morgen, te S?sterseel van 62? morgen, te Wehr van 39? morgen, te Munstergeleen van 100? morgen en te Broeksittard van 37 morgen, totaal van 333? morgen ofwel van 125 bunder ofwel van 102,5 ha.
Een groot deel van de grote tienden van Sittard zelf was niet in handen van het kapittel van Sittard maar was een groot Borns leen, gedeeld in handen van het kapittel van Aken en van de familie de Leerodt. Een ander gedeelte was in handen van de hertog van Gulik.
Andere verhalen over dit onderwerp:Periode 1677, Tiendschuur.