Het was even wennen voor de Sittardenaren. Na eeuwenlang in kerkelijk opzicht op het zuiden gericht te zijn geweest, werd men vanaf 1840 geleid vanuit Roermond. Tot 1801 had Sittard bij het bisdom Luik gehoord, van 1801 tot 1821 bij het bisdom Aken en vanaf 1821 weer bij Luik. In 1840 was het apostolisch vicariaat Roermond in het leven geroepen, dat in 1853 bisdom zou worden. Apostolisch vicaris en nadien bisschop was J.A. Paredis.
Waar veertig jaar eerder nog de heren kanunniken gewoond hadden, woonden nu burgers van de stad. Het ooit zo gesloten claustrum lag open voor de stedelingen. Pastoor-deken Vrancken had in 1840 een nieuwe pastorie gekregen, gebouwd door de architect Jamin?. De directe omgeving van de kerk, waar de Sittardenaren eeuwenlang hun doden te ruste hadden gelegd, werd nu een kerkplein, waaromheen spoedig woningen zouden gaan verrijzen. Sinds 1840 had men het nieuwe kerkhof buiten de wal in gebruik genomen. Deze plek, waarnaast in 1957 het Serviamlyceum gebouwd zou worden, kreeg in de volksmond al spoedig de naam 'Knaokeveldj'. Er werden na de sluiting van het kerkhof nog lang botten gevonden...
Andere verhalen over dit onderwerp:Kerk en Geloof.