Het kapittel als bevorderaar van kunst

Blik in de kerk richting koor, 2002 De aanwezigheid van het kapittel in de stad vormde een stimulans voor de ontwikkeling van kunst en cultuur. Ten behoeve van de twaalf kanunniken moest in 1299 het priesterkoor van de parochiekerk een aanzienlijke vergroting ondergaan. Er moest ruimte gecre?erd worden voor het koorgestoelte en het koor werd door een doksaal gescheiden van het schip. (foto: blik in de kerk richting koor, 2002. collectie stadsarchief Sittard-Geleen) Op het doksaal bevond zich in latere tijd een orgel en het eraan grenzende deel van het koor werd odeum magni chori (zangruimte van het grootkoor) genoemd.

Het van rijk beeldhouwwerk voorzien doksaal werd verwoest, toen in 1682 een deel van het gewelf neerstortte. In 1729 besloot het kapittel >de plaats voor de muziek te renoveren=: er kwam nu een open koorafsluiting, waarvan delen in de huidige kerk bewaard zijn. Aan het voormalige odeum herinneren tegenwoordig nog de koorbanken, waarvan de oudste delen dateren van het eind van de veertiende of het begin van de vijftiende eeuw.

Het kapittel was verantwoordelijk voor de aankleding van het koorgedeelte van de kerk. Het gaf opdracht tot het vervaardigen van schilderingen en schilderijen, beelden, glasramen, kerkmeubilair, edelsmeedwerk (gewijde vaten en reliekhouders) en kerkelijke textilia. Aangezien de kanunniken hun laatste rustplaats in de kerk vonden, was er in het gebouw een overvloed aan grafmonumenten: grafstenen in de vloer en epitafen aan de wand. Van deze aankleding resteert weinig in de huidige St.-Petruskerk, niet zozeer door toedoen van de Fransen als wel door de vernieuwingsdrang bij latere generaties.


Volgende: Zang- en muziekcultuur bij het Sittardse kapittel
Vorige: Dagelijks leven in het kapittel van St.-Petrus
Overzicht: St.-Petruskerk

Andere verhalen over dit onderwerp:Periode 1299, Kerk en Geloof.