Rond deze tijd is de houten aan Sint-Petrus toegewijde parochiekerk van het dorp Sittard vermoedelijk vervangen door een stenen gebouw. De parochie Sittard behoorde bij het bisdom Luik en was ingedeeld bij het dekenaat Susteren. De parochianen waren toevertrouwd aan de zorg van de pastoor, die door de heer van Sittard voorgedragen was. Meestal verbleef de benoemde pastoor niet ter plaatse, maar liet hij het werk over aan een ingehuurde collega. De overledenen werden begraven in en om de kerk. Op het kerkhof stond meestal de woning van de koster, die niet alleen voor het kerkgebouw moest zorgen, maar ook in de winter aan de kinderen onderwijs gaf. Hoe godsdienstig de inwoners van Sittard in deze tijd waren, is niet bekend. Wel weten we, dat men verplicht was eenmaal per jaar, namelijk met Pasen, de communie te ontvangen.
Andere verhalen over dit onderwerp:Periode 1000.