In 1841 had de tiendschuur niet meer haar oorspronkelijke functie als opslagplaats van de tienden van het kapittel. Eigenaar was op dat moment Jacob Palmen. Met wel doel de schuur werd gebruikt is onduidelijk, want we weten nog niet het beroep van de heer Palmen. Indien we dat weten kunnen we een relatie liggen tussen het beroep van de heer Palmen en de eventuele activiteiten die in de schuur werden uitgeoefend. Het is echter ook mogelijk dat de schuur werd verhuurd aan iemand anders, die daar mogelijk iets heel anders in deed. Zekerheid over de bestemming is dus hoogstwaarschijnlijk niet te krijgen. Wel is het zo dat de schuur vroeger groter geweest schijnt te zijn, maar al in 1822 is het ernaast gelegen perceel apart op de kadasterkaart aangegeven, wat er op zou kunnen duiden dat er toentertijd al een andere bestemming op dat perceel rustte.
Andere verhalen over dit onderwerp:Tiendschuur.