Vreemd was het op straat. Er was geen glimp meer te zien van de kapittelheren. Zij waren weg. Sommigen waren vertrokken naar familie en vrienden in de buurt. Anderen woonden nog in de stad en zorgden ervoor dat ze niet meer aan hun kleding herkenbaar waren als kanunnik. De Latijnse school was gesloten, evenals de St.Petruskerk zelf. Op het kerkhof waren de kruisen van de graven verwijderd en op de toren stond ook geen kruis meer. Jammer eigenlijk, want de toren had zo?n mooie spits. In de kerk mocht al sinds enkele jaren niemand meer begraven worden vanwege de hygi?ne. Franse revolutionaire troepen waren immers de baas in de stad. Omdat er geen Latijnse school meer was, was er een onderwijsprobleem. Ook was er geen voortgezet onderwijs meer in de stad, want de beroemde school van de Paters Dominicanen aan de Oude markt was eveneens gesloten. De paters waren zelfs verbannen naar een heel ver gelegen plaats in Duitsland.
Sittard was bezet gebied. De Fransen waren er nu de baas. Zij hadden een heleboel maatregelen genomen om alles te draaien zoals zij dat wilden. Zo moest iedereen gemeld worden bij de Burgerlijke Stand, als hij of zij geboren werd, trouwde of doodging. Ook werden er lijsten gemaakt van jonge mannen die in militaire dienst moesten. Je kon daar alleen van af komen als je een plaatsvervanger vond, die voor geld in plaats van jou in dienst ging. De belastingen waren anders geworden en er moest nu gerekend worden met nieuwe maten zoals de meter, centimeter, liter, centiliter, kilogram en hectogram in plaats van met de vertrouwde maten zoals roede, ellen, pond, vat, aam en kop. De mensen moesten ook gaan stemmen en de jaartelling en de dagen van maanden en weken waren allemaal veranderd. Zou het nog ooit hetzelfde worden?
Andere verhalen over dit onderwerp:Wonen.