Medio 1984 echter is de heer Ing. Jan H.M. Colaris erin geslaagd
aan te geven waar de molen gelegen heeft. Na diepgaand onderzoek komt de heer
Colaris tot de conclusie dat:
'het hoge muurdeel van het levetenhööfke het overblijfsel is van een
door brand verloren gegane windmolen'.
Het levetenhööfke is een ommuurde en van ijzeren hekwerk voorziene
ruimte. Een deel van de muur is als grotwand uitgevoerd en daarin bevinden zich
beelden van Christus en van een engel. (Foto voorpagina en foto achterpagina).
Officieel wordt het levetenhööfke aangeduid als hof van Olijven. De
heer Colaris komt tot deze conclusie in een onderzoeksbericht dat gepubliceerd
zal worden in het jaarboek 'land van Zwentibold 1985' dat binnenkort gaat verschijnen.
In strenge winters, wanneer het water van de Molenbeek bevroren was en er geen
kracht was om de waterradmolens in beweging te zetten, waren de burgers genoodzaakt
gebruik te maken van de windmolen op de Kollenberg.
In de tweede helft van de 19e eeuw lag er in Sittard nog een molen. Een dampmolen
aan de Oude Markt, waarvan het maalmechanisme werd aangedreven met behulp van
een stoommachine. De molen aan de Oude Markt was ingericht als oliemolen. Hij
werd tegen het einde van de 19e eeuw aangekocht door de Aartsbroederschap van
Onze lieve Vrouw van het Heilig Hart. De molen werd gesloopt en op 18 maart
1891 werd de eerste steen gelegd voor het nu bestaande Mariapark.: (Zie kalender
1985, Basiliek).