Bandkeramiekers
Naam die archeologen aan dit volk gegeven hebben, vanwege de bandvormige versiering op hun keramiek, hun aardewerk. Het was een landbouwvolk dat in huizen woonde. Daardoor was taakverdeling mogelijk, evenals samenwerking. Pottenbakken zal een specialisme zijn geweest, evenals kleding maken van huiden, beide hoogstwaarschijnlijk door de vrouwen van het dorp. Zij bewerkten ook de akkertjes, waar primitieve graansoorten zoals emmer, eenkoorn en soms gerst werden gekweekt. Ook peulvruchten en zaden stonden op het menu. Wilde men een nieuwe akker, dan brandde men op gezette tijden een stuk bos plat. In de nog warme aarde werd dan gezaaid. Veeverzorging, jagen, huizenbouw en gereedschappen maken waren typische mannelijke bezigheden. Vuursteen was de grondstof in combinatie met hout, primitief touw, bot of een andere steensoort. Naast hun huizen lagen afvalkuilen. Hierin zijn de meeste vondsten aangetroffen, die ons in staat stellen iets meer te vertellen over dit boerenvolk, dat tot de oudste bewoners van Sittard gerekend mag worden.