Naderhand deed hij dienst als oliemolen, en na de afschaffing
van de heerlijke rechten wederom als graanmolen, in 1811. Tijdens de Eerste
Wereldoorlog is de combinatie graanmolen/houtzagerij ontstaan.
Het huidige gebouw dateert - zo blijkt uit de jaarankers - uit 1716. De laatste
eigenaar die het beroep van molenaar op de Ophovenermolen uitoefende was Aug.
Laudy. In 1955 werd de molen stilgelegd. Einde 1973 besloot de stichting Jacob
Kritzraedt tot aankoop van de Ophovenermolen van Mej. M. Laudy, en reeds in
1976 was de restauratie van het complex een feit. Het is aan de daadkracht van
de Stichting Jacob Kritzraedt te danken dat van de molens in het oude Sittard
er tenminste één behouden is en als zodanig kan functioneren.
De Ophovenermolen is zeker op de jaarlijks in de maand mei te houden nationale
molendag - wanneer de molen draait - een bezoek meer da waard. (Foto januari-februari).
Stroomafwaarts, op geringe afstand van de Ophovenermolen begint de aftakking
van de Geleenbeek, de Molenbeek.
Deze stroomt in Overhoven weer samen met de Geleenbeek. De Molenbeek stroomt
door het centrum van Sittard en komt ter plaatse van het Steinen Mürgen
(zie kalender 1984, 'Kom mer èns oppe wal') binnen de omwalling van het
oude Sittard. Op die plaats binnen de stadswal stond de waterradmolen die vele
Sittardenaren zich nog herinneren als de molen Damoiseaux. (Foto maart-april,
genomen vanaf de 'Verkesmert'). Deze molen heeft dienst gedaan als oliemolen,
looimolen en - na de afschaffing van de heerlijke rechten - ook als graanmolen.
Oorspronkelijk echter was hij ingericht als volmolen.
Vollen is een bewerking van weefsel met de bedoeling het een rijker aanzien
te geven. De geweven stoffen werden onder toevoeging van chemicaliën gewalst
waardoor zij aan de oppervlakte verviltten.
De laatste molenaarsfamilie op deze molen was de familie Damoiseaux, die hem
in 1916 kocht. In de zestiger jaren werd het bedrijf opgeheven en enkele jaren
daarna werden de gebouwen gesloopt om uitbreiding van het Sittards winkelcentrum
mogelijk te maken.