Op enkele tientallen meters van de molen aan het Steinen Mürgen
lag de banmolen, de oudste Sittardse molen. (Foto mei-juni). Sittard, Broeksittard
en Wehr behoorden tot het gebied waarvoor het banrecht gold, zodat de bewoners
van deze plaatsen slechts op deze molen mochten laten malen. Tegen het einde
van de 18e eeuw, ging de molen over in handen van de Franse bezetter en in november
1803 werd de molen openbaar verkocht en kwam hij in particuliere handen. Wanneer
de molen in zijn oorspronkelijke vorm gebouwd is, is niet bekend. In een akte
in het jaar 1393 is er al sprake van een molen in Sittard.
De laatste eigenaar van deze molen was de fa. Houben, die tot 1960 heeft gemalen
op het water van de Molenbeek. Toen werd hij omgebouwd op electriciteit. In
de zestiger jarewn zou de molen gesloopt worden om dat hij een 'obstakel' was
geworden in het kader van het stadskernplan.
Na de afschaffing van de heerljke rechten was het in principe voor iedereen
mogelijk om zelf een molen te bouwen of om zelf te bepalen waar granen gemaald
zouden worden. Bestaande molens werden omgebouwd tot graanmolens en nieuwe molens
werden gebouwd. Zo kwam er rond 1830 op de Molenbeek, aan de Paardestraat, de
molen Hochstenbach. Al in 1823 trachtte de heer Willem Hochstenbach de nodige
concessies te krijgen voor het bouwen van een molen. Hiertegen bestonden nog
al wat bezwaren van zowel de molenaars op de al in bedrijf zijnde molens - zij
kregen er immers een concurrent bij - alsook van de bewoners in de stad langs
de Molenbeek, die vreesden, dat, indien de heer Hochstenbach stuwrecht zou krijgen,
kelders en woningen on der water zouden komen te staan.
Een vrees die overigens bewaarheid zou worden. De molen was in gebruik als oliemolen
en als molen voor het malen van beenderen van geslacht vee. Zo verkreeg men
een grondstof voor het maken van verf. In 1891 werd de molen gekocht door de
Paters Jezuïten. Bij aankoop werd het stuwrecht afgestaan aan de gemeente
Sittard en werd overeengekomen dat alle werken en voorwerpen die de vrije loop
van de beek zouden kunnen belemmeren, zouden worden afgebroken. Daarmee kwam
een einde aan de molen Hochstenbach. De Paters Jezuïten maakten van het
gebouw een boerderij met werkplaats. Vanaf 1921 bewoont de familie Wetzels de
boerderij, de enige stadsboerderij die Sittard nog heeft. (Foto juli-augustus:
het deel van de boerderij dat parallel loopt aan de Molenbeek. Foto achterpagina:
gezicht op de binnenplaats van de boerderij Wetzels).