Tot op heden verschenen uitgaven in DE REEKS MONOGRAFIEËN
NB
De Stichting Monografieën ruimt op en stelt de delen 1 t/m 21 (voor zover nog voorradig) gratis ter beschikking. Aanvragen via monografieen@gmail.com.
Als de boeken thuisbezorgd moeten worden rekenen we bezorgkosten.
Afhalen kan in het Erfgoedcentrum in Sittard. U krijgt bericht als de boeken klaar liggen.
- Sittardse Stadsrekeningen 1588-1589 en 1628-1629
J.M.S. Oremus - Geschiedenis van de Stadbroekermolen te Sittard (uitverkocht)
E.J.A. Marcus - De bevolking van het kanton Sittard in 1799 (uitverkocht)
D.J.J. Lauwers en Th. Oberdorf - De hoeve te Haagsittard (uitverkocht)
D.J.J. Lauwers - Het Gulikse Ambt Born anno 1610 (uitverkocht)
N.G.H.M.Eussen, D.J.J.Lauwers, J.M.S.Oremus, A.M.P.P.Janssen - De inkwartiering van het regiment Delafosse in Sittard in 1636 (uitverkocht)
J.J.M. Beckers - De mankamer Born, beheer en administratie van leengoederen in de Gulikse tijd (uitverkocht)
D.J.J. Lauwers - De bouw van het Sittardse stadhuis van Pasqualini (1560-1570), en magistratenfamilies in de 16e en 17e eeuw (uitverkocht)
J.M.S. Oremus - Sittardse Voogdgedingen (1569-1589)
J.M.S. Oremus - Dat alinge huijs tot Obbicht 1780 (uitverkocht)
J.A. Knoors - Rijk en arm in Nieuwstadt rond 1600 (uitverkocht)
J.M.S. Oremus - Katholiek versus protestant in Sittard 1609-1648 (uitverkocht)
A.M.P.P.Janssen - Ad Oremus (uitverkocht)
21 schrijvers - Een eeuw Sittardse testamenten 1581-1682
D.J.J. Lauwers, J.M.S. Oremus - Dritte Urmunder Zollrechnung 1680-1682 (uitverkocht)
JA Knoors. - De inventaris van Kasteel Born in de achttiende eeuw
A.M.P.P.Janssen en D.J.J.Lauwers (uitverkocht) - Deelt de deken de lakens uit? Macht en onmacht van een deken: Petrus Maria Vrancken, deken van Sittard 1838-1847
P.H.M. Boselie - Het Lagerhebebuch 1717
M. Pfeifer en Th. Jöris - Landverhuizers uit de Westelijke Mijnstreek 1850-1900.
I. Lommen-Salden - Watersley, van leengoed tot zorginstelling
D.J.J. Lauwers - Beelden als bron (uitverkocht)
Guus van Eck, Guus Janssen, Jan Schrader, Peter Schulpen - Abshoven, wel en wee van een monument en zijn bewoners
Div. auteurs - Berg aan de Maas. Monografie van een Maasdorp.
Div. auteurs - Lahrhof, geschiedenis van een pachtboerderij
René Lauwers - De vestingwerken van Sittard in historische bronnen
Peter Schulpen - Dossier Entgen Luijten - 'De heks van Limbricht'?
Wim Donners
Korte karakteristieken en verkoopprijzen van de afzonderlijke delen in de reeks Monografieën
ISSN 0921 3066.
Het formaat van de boeken is 16x24 cm, vanaf deel 9 is de omslag geplastificeerd.
Deel 1. Sittardse stadsrekeningen 1588-1589 en 1628-1629 Dit allereerste deel in de serie verscheen op 23 oktober 1986. Het eerste exemplaar werd toen door de schrijver ten stadhuize aangeboden aan burgemeester Tonnaer. Het telt 130 bladzijden en geeft de volledige tekst van de stadsrekeningen van burgemeester Thomas Schutgens over de periode 1 oktober 1588 - 1 oktober 1586, en die van Reinher Douffen over de periode 1.10.1628 - 1.10.1629. Verder uiteraard een inleiding, een glossarium, per rekening een register van prsoonsnamen, rekenwerk, en een aantal excursen, o.a. over de familie Schutgens, de familie Busch, Peter Becks en Peter de Melaatse.
|
Deel 2. Geschiedenis van de Stadbroekermolen Op het moment dat dit boek verscheen was de inmiddels fraai gerestaureerde molen nog een trieste ruïne. Toen het boek op 9 februari 1988 uitkwam, was de schrijver, oud notaris Marcus, helaas al overleden. Hij was de kleinzoon van de vroegere molenaar Joseph Roufs, wiens familie van 1793 tot 1955 op de molen woonde en waarvan hij het archief beheerde. De molen werd in 1582 gesticht door de rentmeester en de ambtman van Gulik. Aanvankelijk was het een looi- run- en slijpmolen, sinds de franse tijd voornamelijk graanmolen. De auteur beschrijft de historie van de molen, de bouwgeschiedenis, de diverse eigenaren vanaf 1582, de veranderingen en uitbreidingen. De transcriptie svan zeven belangrijke documenten m.b.t. de stichting van de molen zijn in het boek opgenomen. Interessant is ook de atlas van het gebied (later werd bijvoorbeeld de tuin hersteld aan de hand van deze atlas) en de vele genealogische gegevens over de familie Roufs en aanverwanten. ISBN 90 72115 02 3. Uitverkocht. |
Deel 3. De bevolking van het kanton Sittard in 1799 Op 5 oktober 1988 werden twee eerste exemplaren door de samenstellers aangeboden aan Sittards burgemeester Tonnaer en aan de vertegenwoordiger van burgemeester Otten van de gemeente Selfkant. Het boek bevat de volledige gegevens van de allereerste volkstelling in onze streek uit het jaar 1799. De originelen berusten in het Hauptstaatsarchiv te Duisburg (voorheen in Düsseldorf) en zijn hier volledig getranscribeerd en voorzien van een algemene inleiding plus een korte inleiding per dorp, en veel statistisch materiaal en kaarten. Het kanton Sittard bestond destijds uit de dorpen: Berg aan de Maas, Born, Broeksittard, Buchten, Grevenbicht, Guttecoven, Havert, Hillensberg, Holtum, Hoengen, Limbricht (met Einighausen), Millen, Munstergeleen, Saeffelen, Sittard, Susteren, Süsterseel, Tüddern, Urmond en Wehr, met in totaal ca 12300 inwoners. ISBN 90 72115 03 1. Uitverkocht
|
Deel 4. De hoeve te Haagsittard De eerste exemplaren van dit deel werden op 24 mei 1989 op de binnenplaats van de hoeve Haagsittard aangeboden aan de familie Hennen, bewoners van de hoeve, en aan burgemeester Tonnaer, door de echtgenote van de door ziekte ontbrekende schrijver. Het boek van ca 190 pagina's geeft de geschiedenis van Haagsittard, gelegen op het grondgebied van de voormalige gemeente Broeksittard. In 1989 lag de hoeve nog ver buiten de bebouwing; thans er midden in. Bij het verschijnen van het boek was ook de opgraving begin jaren '90 naar het dorpje Haagsittard nog niet geweest. Haagsittard wordt voor het eerst vermeld in 1144, en was dus in de middeleeuwen een dorpje, later een enkele boerderij. Deze gaat minstens terug tot 1270 toen de vrouwe van Sittard, Jutta van Ravensberg, haar eigendom aldaar schonk aan het Domkapittel van Aken. Dit kapittel had de hoeve in eigendom tot de franse tijd, en verpaachtte de hoeve: het boek vermeld de pachters sinds 1317. Vanaf 1366 zijn de rekeningen van het Domkapittel bewaard en deze leverden een schat aan gegevens op over het leven op Haagsittard met veel details over pacht, misoogst, krijgsverrichtingen, verbouwingen enz. Na de franse tijd kwam de hoeve in particuliere handen: Philip Ohlenforst uit Saeffelen kocht de hoeve en zijn afstammelingen, de familie Zelis, bleven er tot in 1929. Dan koopt de heer Maase uit Spaubeek de hoeve, en diens afstammelingen, de familie Hennen, bleven eigenaars tot de gemeente de hoeve kocht in 1973. Over alle eigenaars en pachters zijn vele gegevens vermeld, ook veel genealogische gegevens. Weinige boerderijen met bewoners zijn zo uitvoerig beschreven. Het boek is rijk geïllustreerd met foto's en kopieën, en werd gedrukt bij de drukkerij van de Gemeente Sittard. Sinds 1995 is de hoeve verbouwd tot een beschermde woonvorm. ISBN 90 72115 04 X. Uitverkocht |
Deel 5. Het Guliks Ambt Born anno 1610 Dit deel werd op 31 mei 1990 aangeboden aan de burgemeesters van Stein, Born, Susteren en Sittard in de kelder van de rentmeesterswoning in het Bornse kasteelpark. Dit 175 pagina's dikke rijk van illustraties voorziene boek bestaat uit drie onderdelen: Het Gulikse Ambt Born, een korte inleiding, door NGHM Eussen en DJJ Lauwers.(ca 70 pagina's). Dit is een algemene inleiding over deze streek, het vroegere Gulikse gebied, dat eigenlijk verder nergens uitvoerig is besproken. Het behandelt bijvoorbeeld het ontstaan van het ambt Born, de indeling in gerechten, de positie van de diverse dorpen (met de speciale plaats van Limbricht en van Grevenbicht), het ambt Born en Millen, Sittard als apart Ambt, en van de ambtman, de voogd, en de rentmeester. Ook zijn er lijsten van landsheren, grondheren en pandheren, van Gulikse ambten, van ambtmannen, van voogden en van rentmeesters. Verder transcripties van aanstellingsakten van een ambtman, een voogd en een rentmeester. Hertogelijke bezittingen in het ambt Born anno 1610, door JMS Oremus (ca 65 pagina's). Hierin wordt de rentmeestersrekening van het ambt Born uit 1609-1610 besproken en deels getranscribeerd (als voorbeeld van de hele reeks rekeningen van 1486 t/m 1796, die bewaard bleven in het Duisburgse archief). Kerkelijke bezittingen in het Ambt Born in 1610, door AMPP Janssen (ca 30 pagina's). Dit geeft de tekst van en commentaar op het in 1609 in opdracht van de Gulikse hertog vervaardigd overzicht van kerkelijke goederen, berustend in het archief te Duisburg.Het boek is uiteraard voorzien van een alfabetische index. ISBN 90 72115 05 8. Uitverkocht |
Deel 6. De inkwartiering van het regiment Delafosse in Sittard, 22 januari - 6 juni 1636 Er is nog maar heel weinig bekend over de gevolgen die oorlogvoering in het verleden voor de Limburgse bevolking had. Een belangrijk facet van het leven van onze voorouders is zo nog onderbelicht; oorlog was immers helaas voor de Limburgers vaak een alledaagse situatie. Aan de hand van een concreet geval, namelijk de inkwartiering van de keizerlijke troepen onder leiding van Florent Delafosse in de eerste helft van 1636 in Sittard, beschrijft dit boek in 14 hoofdstukken een groot aantal aspecten van de oorlogvoering in die tijd. Centraal daarbij staat de vraag welke ingrijpende gevolgen het verblijf van de relatief grote groep soldaten voor de kleine Sittardse gemeenschap had. De bevolking van de stad van zo'n 2500 inwoners werd in een keer ongeveer verdubbeld! Het boek telt 120 pagina's, met vele illustraties en uiteraard een alfabetische index. Dit zesde deel in de serie werd gepresenteerd op 28 februari 1991. ISBN 90 72115 06 6. Uitverkocht |
Deel 7. De Mankamer Born, beheer en administratie van leengoederen in de Gulikse tijd Dit deel werd op 29 januari 1992 gepresenteerd in de Bergerhof, een van de oude Bornse leengoederen. Het boek beschrijft de geschiedenis van de mankamer Born, een instelling die de leengoederen beheerde en administreerde die van oudsher afhingen van het kasteel van Born. Deze leengoederen waren door de heer van het kasteel Born (dus de heren van Born en hun opvolgers, de hertogen van Gulik) in leen gegeven (bijv. wegens verdiensten) aan hun leenmannen, die hem als tegenprestatie "met paard en harnas" moesten volgen in de strijd. De archieven van deze instelling worden bewaard in het Hauptstaatsarchiv te Duisburg, en zijn meestal in kopievorm te raadplegen in het stadsarchief van Sittard. Deze studie geeft eerst een uitvoerige inleiding over wat een mankamer was, welke taken deze had, en over haar functionarissen. Aangegeven wordt dat de oorsprong van de Bornse mankamer al in de voor-Gulikse periode ligt, en dat er een speciale relatie was tussen Born en Boslar. Dan worden de soorten lenen besproken (grote lenen en kleine of kluppellenen). Verder de leenverheffingsceremonie en de leendiensten, steeds aan de hand van voorbeelden uit de mankamer Born. Uitvoerig komt aan de orde de strijd tussen de mankamer en de hertogelijke kanselarij die probeert steeds verder te centraliseren en te burocratiseren. ISBN 90 72115 07 4. Uitverkocht |
Deel 8. De bouw van het Sittardse stadhuis van Pasqualini (1560-1570) en magistratenfamilies in de 16e en 17e eeuw In het Hauptstaatsachiv in Duisburg bevindt zich in de rekeningen van het ambt Born-Sittard een volledig verslag aan van de bouw van het slechts van enkele oude afbeeldingen bekende stadhuis in renessaancestijl. Dat verslag begint met de sloop van het op de markt staande gewandhuis in 1560 en loopt tot aan de oplevering van een stadhuis van ca 30 bij 50 meter midden op het Marktplein. De bouw gebeurde in twee fasen: de eerste helft vond zijn voltooiing in 1565, de tweede helft ongeveer in 1570. De nauwgezette verslagen zijn door de auteur getranscribeerd en zo goed mogelijk vertaald. De Pasqualini's, een beroemd architectengeslacht, waren in de 16e eeuw vanuit Italië naar de Nederlanden gekomen. Zij waren daar aan verschillende hoven werkzaam, om ca 1550 in dienst te treden bij de hertog van Gulik. ISBN 90 72115 08 2. Uitverkocht |
Deel 9. Sittardse voogdgedingen (1569-1589) Tijdens de voogdgedingen, die een paar maal per jaar werden gehouden onder voorzitterschap van de Sittardse voogd, konden de inwoners klagen over allerlei zaken in het dagelijks leven. De verslagen van deze gedingen geven dan ook een unieke kijk op het leven in een kleine stad, plus de omliggende dorpen (zoals bijv. Tüddern, Süsterseel, Wehr, Hillensberg en Broeksittard) en gehuchten (zoals Leijenbroek, Ophoven, Overhoven en de Steenweg) in de 16e eeuw. Het gaat om alledaagse zaken als drinkwater (dat wil zeggen alles wat met de waterputten te maken heeft), milieuzaken als bijvoorbeeld mestproblemen en wateroverlast, afrasteringen, warenkeuring (met name van bier), prijzen en maten, benoeming van lagere dorps- en wijkfunctionarissen enz. enz. Erg aardig daarbij zijn ook de reacties die de voogd geeft op de klachten (bijv.: ik zal bij gelegenheid eens gaan kijken) waarbij deze zich bijna altijd op de vlakte hield zodat er dan ook weinig met de klachten gebeurde: vandaar dat dezelfde klachten nogal eens terugkwamen tijdens volgende voogdgedingen. Het boek geeft naast de inleiding de integrale tekst van de voogdgedingen, met verklaring van minder bekende woorden, gevolgd door registers op plaats, van zaken en van personen. Het boek dat 182 pagina's telt, werd gepresenteerd op 20 juni 1994 tijdens een zeer bijzondere zitting van het Sittardse kantongerecht, waar kantonrechter mr Beckers het eerste exemplaar kreeg aangeboden. ISBN 90 72115 09 0. Prijs: gratis excl. verzendkosten. |
Deel 10. Dat alinge huijs tot Obbicht 1780 Op 11 november 1996 werd op kasteel Obbicht dit extra dikke (300 blz) en extra fraai geïllustreerde 10e (jubileum-)deel gepresenteerd. Het geeft de geschiedenis van kasteel Obbicht. In een inleidend hoofdstuk geeft de auteur een historische schets van de heerlijkheid Obbicht, Papenhoven en Overbroek, die verdeeld was over twee rechtsgebieden, namelijk het hertogdom Gelder en het graafschap Loon. Vervolgens komen in grote lijnen de verschillende adellijke geslachten aan de orde die op de voorlopers van het huidig kasteel woonden. Vervolgens wordt de bouwgeschiedenis van het huidig kasteel uit de doeken gedaan. Na de bouwvallen van het oude kasteel in 1778 te hebben gekocht nam de nieuwe heer van Obbicht, de Luikse koopman Antoine Guillaume de Palude, het besluit om in 1780 op nagenoeg dezelfde plaats een nieuw kasteel te bouwen. Dan volgt de geschidenis van het kasteel en zijn bewoners in de 19e en 20e eeuw. Daarin neemt de laatste adellijke familie, Dirckinck von Holmfeld, een belangrijke plaats in. Tenslotte wordt de restauratie van het kasteel beschreven, nadat het in 1954 door een uitslaande brand volledig in de as werd gelegd. Op initiatief van P. Szymkowiak, die de steeds verder in verval geraakte ruïne had aangekocht, begon in 1975 de restauratie van het kasteel, die in 1988 volledig werd afgerond. Het boek is rijk geïllustreerd met fraaie en vaak zeldzame foto's (deels in kleur) uit de fotoarchieven van nakomelingen van baron Ulysses Dirckinck von Holmfeld en zijn echtgenote gravin Carla von Hompesch-Rurich. ISBN 90 72115 10 4. Uitverkocht. |
Deel 11. Rijk en arm in Nieuwstadt rond 1600 Dit boek is een transcriptie van een "Armenfindtbuch", een boekje dat berust in het Sittardse stadsarchief en dat afkomstig is uit het Rijksarchief in Limburg te Maastricht. Het bestaat uit twee delen. Het eerste bevat de gegevens van een aantal schenkingen aan de Armen van het Armenhuis te Nieuwstadt met de onderpanden van deze schenkingen. Het tweede deel bevat de verpachtingen van de landerijen die het Armenhuis in zijn bezit had, voor een termijn van negen jaar. Dit geschiedde veelel onder voorwaarden van goede bemesting eenmaal per jaar volgens "naobers" gebruik. Het boekje bevat een schat aan gegevens uit de periode 1570-1620, zoals familienamen, oude veldnamen en toponiemen, en belicht hier en daar een facet van het dagelijks leven. Zo schenkt Wilhelm von Braunsrade anderhalf pond kaarsen op zijn huis en hof aan de Beek "daer men die arme luyden mit zu bedde leuchtet". Het boek telt 90 blz en is geïllustreerd vanuit de collectie van de Heemkundevereniging Nieuwstadt. Het werd gepresenteerd in het gemeenschapshuis te Nieuwstadt op 6 juni 1997, waarbij burgemeester van Mierlo en voorzitter Lebens van de Heemkundevereniging Nieuwstadt de eerste exemplaren ontvingen. ISBN 90 72115 11 2. Uitverkocht |
Deel 12. Katholiek versus protestant in Sittard 1609-1648 Dit boek bevat de transcriptie van de historische verhandeling "Deductio historica exercitii reformati Sittardiae" van de katholieke landdeken Frederik Adolf Reuter (overl. 1651) over de hervormde geloofsuitoefening in Sittard. De eindversie ervan kwam tot stand in het jaar 1648, het jaar van de vrede van Münster. Het origineel berust in tweevoud in het Hauptstaatsarchiv te Duisburg. Frederik Adolf Reuter was van oorsprong lutheraan en doctor in de H.Schrift. Met zijn beschermheer Wolfgang Wilhelm van Palts-Neuburg, hertog van Gulik en Berg, ging hij in 1614 over tot het katholicisme. Hij werd pastoor in Sittard en landdeken van het Gulden Landdekenaat Susteren. In Sittard volgde hij pastoor Agricola op, die een felle strijd had gevoerd tegen de aldaar woonachtige protestanten. Deze werden geprotegeerd door rentmeester Jhew van het ambt Born-Millen. Reuter zette de polemiek van zijn voorganger voort, hetgeen uiteindelijk resulteerde in deze historische verhandeling. ISBN 90 72115 12 0. Uitverkocht |
Deel 13. Ad Oremus Bundel uitgegeven ter gelegenheid van de tachtigste verjaardag van Jan M.S.Oremus
ISBN 90 72115 13 9. Prijs: Uitverkocht |
Deel 14. Een eeuw Sittardse testamenten 1581-1682 Dit boek bevat de volledige teksten van ca 370 testamenten, zoveel mogelijk voorzien van vertaling, commentaar en (genealogische) aantekeningen, met een uitvoerige inleiding en volledig naamregister. De originele testamenten staan vermeld in de oudste Sittardse doopregisters omdat de pastoors over notariële bevoegdheden beschikten. Ze hebben een lengte variërend van enkele regels tot enkele pagina's en zijn meestal in het Duits, soms in Nederlands of Latijn geschreven. Ze vormen twee series. De eerste. Serie A, bevat ca 180 testamenten uit de periode 1581-1621, verleden voor pastoor Franciscus Agricola. Serie B bevat ca 190 stuks (1632-1682) die zijn verleden voor diens achtereenvolgende opvolgers. De testateurs vormen een doorsnede van de toenmalige (katholieke) Sittardse bevolking, en geven allerlei interessante details over hun omstandigheden en bezittingen, hun familie, hun beroepen, ziekten en doodsoorzaken, enz. enz. Voor genealogen is met name de eerste reeks erg belangrijk, daar de oudste Sittardse DTB-registers dateren van: 1588 (dopen), 1582 (huwelijken), en 1630 (overlijdens). Verder is er per testament gezocht naar 'aansluiting' bij de DTB-registers en naar eventuele literatuur. Het boek werd gepresenteerd op 25 september 2000 in de ontvangstkamer van de monumentale pastorie van deken W. van Rens aan het Kloosterplein te Sittard, waar de deken het eerste exemplaar kreeg aangeboden. ISBN 90 72115 14 7. Prijs gratis excl. verzendkosten. |
Deel 15. Dritte Urmunder Zollrechnung 1680-1682 Dit deel werd op 7 februari 2003 gepresenteerd te Urmond in het terpkerkje, waar de burgemeester van Stein het eerste exemplaar aangeboden kreeg. Het bevat de volledige tekst van de Urmondse tolrekening van 1 november 1680 tot en met 31 mei 1682. Deze tol was in het bezit van de hertog van Gulik, die Gwalteren Rowenhoff destijds aanstelde als zijn tolgaarder te Urmond. De geschiedenis van de voormalige Gulikse Maashaven is in nevelen gehuld, omdat erg veel archiefmateriaal is verloren gegaan. Vandaar het grote belang van deze uitgave, die ook erg belangrijk is om meer inzicht te krijgen in de geschiedenis van de Maashandel; immers alle passerende schepen moesten tol betalen. Die schepen, gering van diepgang en met verschillend laadvermogen, brachten goederen uit de verre omgeving van Luik stroomafwaarts richting Dordrecht. Het goederenpakket bestond voor een belangrijk deel uit delfstoffen als steenkool, halffabrikaten (als “iser” en “nagels”) uit het Luikse industriegebied en bosbouwproducten. In omgekeerde richting voeren bijvoorbeeld wijn, vis en landbouwproducten richting Luik. Telkens noteerde de tolgaarder wie en wat elk schip vervoerde en hoeveel er betaald moest worden. ISBN 90-72115-15-5. UItverkocht |
Deel 16. De inventaris van Kasteel Born in de achttiende eeuw Op 13 juni 2006 werd in de studiezaal van het Stadsarchief Sittard-Geleen in de vroegere tiendschuur van kasteel Born de presentatie gehouden van dit deel. De beide eerste exemplaren werden op deze zeer passende plek aangeboden aan Mw Crewe-Jones Barbou van Roosteren en aan de Heer Albrecht Freiherr Von Wrede-Leerodt. Mw Crewe-Jones woonde in haar jeugd op het kasteel tot het afbrandde in 1930. En de Freiherr stamt af van het geslacht dat in de jaren 1660 kasteel Born bouwde. Wij kennen dit kasteel sinds 1930 als ruïne. Het boek werd samengesteld door Guus Janssen en René Lauwers. Het geeft naast de volledige teksten inleidingen over de familie De Leerodt, die het kasteel bewoonde vanaf de bouw tot 1813, over waarom de interieurbeschrijvingen werden gemaakt, en over hoe zij bewaard bleven. De teksten zijn overigens te vinden in het Hauptstaatsarchiv te Duisburg, in het archiefbestand van het kasteel Paffendorf. Een kopie van de beschrijving uit 1774 berust in het Stadsarchief Sittard-Geleen als notarisakte. Verder wordt in het boek getracht de diverse in de teksten beschreven vertrekken op hun juiste plek in het kasteel te plaatsen, wat maar gedeeltelijk is gelukt, eigenlijk alleen volledig op de begane grond. Zodat zich dus de vreemde situatie voordoet dat we per vertrek exact weten wat er in de achttiende eeuw instond, terwijl we de ligging van de vertrekken ten opzichte van elkaar niet precies kennen. De beschrijvingen zijn vaak zeer uitgebreid: van een vertrek werd bijvoorbeeld aangegeven hoeveel ramen er waren en welke kleur gordijnen van welk materiaal daar voor hingen, en of die al dan niet waren versleten. Verder hoeveel stoelen en tafels erin stonden, al dan niet oud of versleten, hoeveel wandtapijten of schilderijen er aan welke muur hingen, met vaak wat er op stond. Hoeveel bedden met hoeveel kussens, kussenslopen en dekens er stonden (verbazend veel!), enz. Ook was er al een biljartkamer, en een huiskapel met tal van schilderijen met religieuze voorstellingen. Maar ook wordt gegeven hoeveel borden, messen en vorken, servetten en tafellakens er waren, vaak uitgesplitst in twee categorieën, voor de bewoners en voor het 'volk' waarmee de bedienden werden bedoeld. Een en ander geeft een goed beeld van het kasteelinterieur op vier momenten in de 18e eeuw, waarbij men dus ook nog kan zien hoe bepaalde voorwerpen eerst in het ene en later in een ander vertrek stonden. ISBN 90-72115-16-3. UItverkocht |
Deel 17. Deelt de deken de lakens uit? Deel 17 is verscheen op 18 december 2007. Het boek is een beredeneerde bronnenuitgave van de correspondentie tussen deken Vrancken en Mgr. Paredis, in die tijd apostolisch vicaris van Limburg. Het bevat ruim tweehonderd brieven die in de periode 1838-1847 zijn geschreven. Thema's zijn o.a. de financiële perikelen van pastoors en kerkbesturen, maar ook zaken als het weerspannige koor en de (soms zeer moeizame) relatie tussen katholieken, protestanten en joden in die tijd. In een uitgebreide inleiding plaatst de auteur Peer Boselie, stadsarchivaris van Sittard-Geleen, de brieven en hun schrijvers in hun context. ISBN 978-90-72115-17-1. Prijs: gratis excl. verzendkosten. |
Deel 18. Het Lagerhebebuch 1717 Het Lagerhebebuch uit het jaar 1717, dat berust bij het Hauptstaatsarchiv te Duisburg is een belangrijke bron van gegevens voor de bewoningsgeschiedenis van Sittard en omgeving. Het bevat uitgebreide omschrijvingen van de ligging van 557 percelen te Sittard en de onder de stad ressorterende dorpen Overhoven, Ophoven, Broeksittard, Leyenbroek en Tuddern en kan beschouwd worden als een soort voorloper van de kadastrale registratie die in de negentiende eeuw werd ingevoerd. ISBN 978-90-72115-18-8. Prijs: gratis excl. verzendkosten. |
Deel 19. Landverhuizers uit de Westelijke Mijnstreek 1850-1900 In het Nationaal Archief te Den Haag worden de Staten der Landverhuizers bewaard. Voor Limburg starten deze lijsten in 1851 en ze lopen tot 1877. Hierin staan de gezinnen genoteerd die het land hebben verlaten om zich in verre oorden te vestigen. De hoofdmoot der emigranten is afkomstig uit Noord- en Midden-Limburg. Een topjaar is 1863, toen vele honderden Limburgers Amerika als hun nieuwe vaderland kozen. De opmerkelijk grote aantallen roepen de vraag op naar het hoe en waarom van deze landverhuizing en de latere lotgevallen van al deze 'oud' Limburgers. Door uitgebreid archiefonderzoek en door contacten te leggen met nabestaanden van de landverhuizers probeert Irma Lommen-Salden een antwoord te vinden op deze vragen. Veel van de verzamelde gegevens heeft zij voor iedereen toegankelijk gemaakt op haar website www.limburgemigrant.nl . De stichting Monografieën uit het Land van Sittard vond de onderzoeksresultaten een boekwerk waard waarin vooral aandacht uitgaat naar landverhuizers uit de Westelijke Mijnstreek. Inleidend geeft Irma Lommen-Salden in deze 19e Monografie een beschrijving van de bronnen en een overzicht van de emigranten uit de Westelijke Mijnstreek.
Irma Lommen kreeg voor dit boek de Limburgse Genealogische prijs anno 2011. Uit het juryrapport: Het traditionele moeilijke onderzoek naar gegevens uit het ancien régime heeft hier plaats gemaakt voor een queeste door Noord-Amerika. De door correspondentie, internetstudie en persoonlijk bezoek verworven feiten zijn overzichtelijk geordend en bieden andere genealogen goede aanknopingspunten voor een dergelijk onderzoek. Daarom gaat de Limburgse genealogische prijs anno 2011 naar dit boek van Irma Lommen-Salden. ISBN 978-90-72115-19-5. Prijs: gratis excl. verzendkosten. |
Deel 20. Watersley, van leengoed tot zorginstelling Het boek geeft een overzicht van de geschiedenis van Watersley, waarbij men moet denken aan de hoeve Watersleyerhof plus aan het daartegenover gelegen vroegere kloostercomplex, dat ooit in 1752 begon als jachtslot van de familie Loijens. Het boek is rijk geïllustreerd. De oudste gegevens dateren uit de 15e eeuw en handelen over het toenmalige grootste groot leen (ook wel ridderleen genoemd) afhankelijk van het kasteel van Born en toen al Watersley geheten. Ongetwijfeld is dit leen veel ouder, immers de meeste leengoederen werden in leen gegeven in de hoge Middeleeuwen. Het leengoed was in de 16e en 17e eeuw in handen van de Hasseltse familie van Hilst (maar de hoeve was steeds verpacht en ook de pachters worden besproken voor zover bekend). Rond 1750 werd Arnoldus Godefridus Loijens, schepen van Maastricht, gehuwd met Maria Catharina Delhougne, leendrager / eigenaar van het leen, en hij bouwde op de helling tegenover de hoeve een kasteel / jachtslot / zomerhuis / statussymbool (een prachtige voorgevel met fraaie gevelsteen met wapenschilden Loijens en Delhougne, met daarachter vrij weinig) en noemde zich voortaan Heer van Watersley. In de Franse tijd werd leengoed normaal eigendom, en vanaf dan wisselden zowel hoeve als kasteel een aantal malen van eigenaar, die allen behandeld worden in het boek. Zo komen we de families Roosen, Strengnart, Delahaye, Houben en Pijls tegen. De hoeve bleef steeds verpacht tot de familie Pijls deze in 1972 verkoopt aan de toenmalige pachter Bosch. Het kasteel werd nooit permanent bewoond, maar onregelmatig verhuurd. Vanaf 1875 woonden er (naar aanleiding van de Kulturkampf in Duitsland) Duitse Franciscanen uit Saksen (die uiteindelijk in Vlodrop terecht kwamen), dan vanaf 1883 de Priesters van het Heilig Hart (die later naar Leijenbroek gingen), en uiteindelijk vanaf 1895 weer Duitse Franciscanen uit Thüringen. Zij kochten het kasteeltje van de familie Pijls en bouwden het om en uit tot het enorme complex dat er nu nog staat. Daarbij was de eerste en belangrijkste bouwperiode tussen 1896 en 1905. In het complex beginnen de paters een (geheel Duitstalige) gymnasium annex klein seminarie met internaat waarvoor leerlingen kwamen uit heel Duitsland. Zij bleven tot 1967, met een onderbreking na de 2e Wereldoorlog toen een aantal jaren de Franciscanen uit Katwijk (hun gebouw was verwoest in de oorlog) hier hun internaat hadden. In 1967 verkochten de paters het complex aan de Paulusstichting, die het ombouwden voor hun doel: het verzorgen van geestelijk gehandicapten. Vanaf 1975 verdwenen de bewoners langzaam maar zeker uit het hoofdgebouw naar nieuwe paviljoens erachter, en nog weer later van het terrein af naar begeleide woonvormen elders in de stad en heel Zuid-Limburg. Het boek bevat hoofdstukken over het leengoed, de Franse Tijd, de eigenaars, de pachters, de paters, de Paulusstichting en een apart hoofdstuk over het hoofdgebouw (over alle verbouwingen en over hoe het in de loop der jaren werd gebruikt). Het is zeer rijk geïllustreerd met vele nooit eerder gepubliceerde foto's. ISBN 978-90-72115-20-1. Uitverkocht. |
Deel 21. Jubileumuitgave: Beelden als bron Beeldredactie: Guus Janssen en Peter Schulpen. Teksten: Jan Schrader Ruim 25 jaar geleden werd op de terugweg van het Hauptstaatsarchiv in Düsseldorf naar de archiefruimte in het souterrain van Sittardse gemeentehuis de basis gelegd voor een reeks van historische bronnenpublicaties. Het werkterrein verbreedde zich allengs van het voormalige Gulikse ambt Born-Sittard, omliggende heerlijkheden en de Gelderse enclave Nieuwstadt tot de regio Westelijke Mijnstreek en de aangrenzende Selfkant, waarin het Euregionaal Historisch Centrum Sittard-Geleen zijn activiteiten ontplooit. Naast de bronnen uit de tijd van het Ancien Régime kwamen na verloop van tijd ook documenten uit de periode na de Franse Tijd in beeld. Bij dit deel 21 in de reeks, de jubileumuitgave, heeft de redactie voor een andere invalshoek gekozen: niet de geschreven bronnen maar afbeeldingen. Geïnspireerd door de vondst van de foto’s van de jezuïet J. Houben hebben is gekozen voor foto’s van circa honderd jaar geleden, verdeeld over een zestal thema’s. Jan Schrader heeft hierbij passende teksten gemaakt. De foto’s werden ter inspiratie voorgelegd aan de van origine Sittardse kunstenaar Guus van Eck. Deze heeft zich begeven naar de locaties van de foto’s en de omgeving in zich opgenomen. In zijn Villa Corrado op Sicilië heeft hij op zijn eigen wijze in zwart-wit zijn indrukken op papier gezet: beelden van een kunstenaar anno 2011 gebaseerd op de foto’s van honderd jaar geleden. Daarbij heeft hij het origineel niet minutieus willen kopiëren, maar heeft hij ernaar gestreefd een eigen kunstwerk te scheppen. Guus van Eck deed de suggestie om van ieder thema ook een toekomstbeeld in kleur op te nemen: hoe zou onze regio er over honderd jaar uit kunnen zien in de verbeelding van de kunstenaar? Zo is deze uitgave van de Monografieën uiteindelijk een podium voor verleden, heden en toekomst geworden. Uit deze imaginaire wereld van de fotograaf en de kunstenaar komen zo duurzame identiteitsaspecten naar voren, die we als iconen van onze regio zouden kunnen beschouwen. De geselecteerde thema’s en foto’s zijn: ISBN/EAN: 978-90-72115-00-3. UItverkocht. |
Deel 22. Abshoven, wel en wee van een monument en zijn bewoners Als eerste wordt de geschiedenis van landschap en natuur waarin de gebouwen liggen besproken door Jo Dukers. Dan volgt een hoofdstuk over de uithoeve Abshoven behorende bij de abdij van Valdieu of Godsdal. Dit betreft de periode vanaf de 13e eeuw tot ca 1800, de periode dat de monniken van Valdieu de hoeve beheerden. Dit hoofdstuk bevat ook tot nu toe onbekend materiaal en is geschreven door Guus Janssen. Hoofdstuk drie gaat over Abshoven in de Franse Tijd, als het als kerkelijk goed is onteigend door de (Franse) staat en er een tijd lang een beroemde Franse veldmaarschalk, Louis Alexandre Berthier, prins van Neufchatel en Wagram eigenaar werd. Deze periode is beschreven door Jan Schrader. Dan volgt de periode 1820-1901: Abshoven is dan een particulier landgoed. Tijdens deze 80 jaar hebben we te maken met drie achtereenvolgende eigenaars-families, namelijk de families Strengnart (1820-1876), Cremers (1876-1882 met uitloper tot 1905) en Roberti (1882-1901). Tijdens een groot deel van deze periode was er weer een pachter op de boerderij (geheel verdwenen) en woonde de familie in het hoofdgebouw (waarvan nu nog alleen de kelders en een stuk van de begane grond als ruïne over zijn). Deze periode wordt besproken door René Lauwers. Het volgende hoofdstuk is het hart van het boek: de periode van de zusters en hun kinderhuis 1901-1994, een periode waaraan nog vele Munstergeleners (en zij niet alleen) herinneringen hebben. De gebouwen die nu weer in gebruik genomen zijn stammen uit deze periode. Dit hoofdstuk start met een kroniek over die periode, samengesteld door Sjef Kubben en Harrie Gijsen. Dan volgt er een greep uit de herinneringen aan deze periode op Abshoven van personen die er op verschillende manieren mee te maken hebben gehad. Dat kan zijn als directeur, als groepsleider, als bewoner, als geestelijke, enzovoorts. Aan het eind van dit hoofdstuk vinden we dan nog een fotogalerij over deze nog recente periode. Vervolgens beschrijven Peter Vossen en Harry Palmen de gebouwen van Abshoven zoals die waren vóór de brand, met extra aandacht voor architect Kayser, en met vele illustraties. Alle plannen die daarna zijn gemaakt worden vervolgens door Jo Dukers beschreven. Dan zet Guus Janssen nog eens uiteen of Abshoven na de brand nu wel of niet een monument moest blijven en geeft hij een overzicht van alle processen die daarover zijn gevoerd. Het laatste hoofdstuk is voor de nieuwe heren van Abshoven, René Joosten en Frank Bessems, die vertellen over hoe zij van een ruïne weer een bruikbaar gebouw maakten, wat zij daarbij allemaal tegenkwamen, en wat de nieuwe bestemming inhoudt. Ook hier weer tal van foto's die de restauratie illustreren. Een index sluit vervolgens het boek af, dat ruim 250 pagina's beslaat. ISBN/EAN: 978-90-72115-21-8. Prijs € 24,- excl. verzendkosten. ('Contactpersonen' van de Stichting Monografieen krijgen 10% korting op de prijs) |
Deel 23 Berg aan de Maas - Monografie van een Maasdorp Auteurs: Harry Strijkers, Louis Broekmeulen, Guus Janssen, Jean Knoors, René Lauwers, Jan Schrader, Peter Schulpen René Lauwers voert u mee in de oudst bekende geschiedenis van Berg aan de Maas en wel in de periode dat de hertogen van Gulik het hier voor het zeggen hadden. Jean Knoors belicht de relatie tussen Nattenhoven en Berg aan de Maas; Nattenhoven hoorde voor een deel bij de gemeente Obbicht en Papenhoven en een ander deel bij de gemeente Urmond. Louis Broekmeulen onderzocht het Bergse veerpont van vóór 1800. Het belang van de aanleg van de Bergerweg voor Berg aan de Maas en de regio door de Gulikse hertog, doet Peter Schulpen uit de doeken. Een nog weinig onderzochte periode van Berg aan de Maas is de Franse Tijd, is voor dit boek op papier gezet door Jan Schrader; de periode daarna (toen Berg onderdeel was van de gemeente Urmond van 1800 tot 1982 en hierna van de gemeente Stein) is op schrift gesteld door Harry Strijkers. De kerkgeschiedenis tot 1840 is aan het papier toevertrouwd door Guus Janssen, terwijl Harry Strijkers de kerkgeschiedenis van 1840 tot de tegenwoordige tijd, in kaart heeft gebracht. Tevens heeft Harry Strijkers de oorlogsperiode 1940-1945 beschreven. Verder is beschreven: de oprichting van grindbrekerij Juliana, de stichting van de Boerenleenbank Berg, de Bergse cafés en de ondernemende Bergse inwoners vroeger en nu, de uitbreidingen tussen Maas en Julianakanaal, de Oogstdankfeesten en tot slot enkele markante Bergenaren. Het laatste hoofdstuk van het boek is een uitgebreide fotogalerij. Prijs € 26,- excl. verzendkosten. ('Contactpersonen' van de Stichting Monografieen krijgen 10% korting op de prijs) |
Deel 24 Lahrhof, geschiedenis van een pachtboerderij
René Lauwers
Lahrhof was een leen afhankelijk van de heer van Born en stamt waarschijnlijk uit de middeleeuwen. De oudste vermelding die we kennen is van 1460. De hoeve was in de 16e eeuw in handen van de familie Behr van Lahr, die onderling processen voerde over het bezit van de hoeve, tot in de hoogste instantie, het rijkskamergerecht in Speyer. De processtukken bleven bewaard. De hoeve werd altijd verpacht en wel aan twee verschillende pachters. Al rond 1600 is er sprake van twee delen. De westelijke helft is in handen van de familie Von Leerodt en de oostelijke helft is in die van de familie Behr van Lahr en hun verwanten de familie van Elven.
Beide helften worden nog een paar keer verkocht en uiteindelijk in 1879 zijn ze beide eigendom van de familie Houtappel uit Maastricht. Het geheel wordt in 1889 verkocht aan Charles de Limpens van kasteel Doenrade. Hij vermaakt Lahrhof per testament in 1893 aan de Weldadige Stichting Jan de Limpens, die nu nog altijd eigenaar is van het complex. Over Lahrhof werd nog een heus grensconflict uitgevochten tussen de toenmalige gemeenten Broeksittard en Sittard, waaraan in 1820 zelfs koning Willem I te pas moest komen om het op te lossen. Ook over de pachtersfamilies (zoals Kamps, Ruers, Reubsaet, Banens, Frijns, Damoiseaux, Eussen, Renckens, Giesen, Schiffeleers, en sinds 1869 tot op heden de familie Vroemen) is uiteraard het nodige beschreven in dit boek.
Prijs € 24,- excl. verzendkosten. ('Contactpersonen' van de Stichting Monografieen krijgen 10% korting op de prijs)
Deel 25 De vestingwerken van Sittard in historische bronnen
Peter Schulpen
Het boek presenteert het bronnenmateriaal over de Sittardse vestingwerken in acht hoofdstukken:
- I. De vestingwerken in kronieken
- II. De vestingwerken in beschrijvingen van archieftoegangen
- III. De vestingwerken in gepubliceerde transcripties van archiefbescheiden
- IV. De vestingwerken in niet eerder gepubliceerde transcripties van archiefbescheiden
- V. De vestingwerken in verslagen en correspondentie over opgravingen
- VI. De vestingwerken in archeologische en bouwhistorische rapporten
- VII. De vestingwerken in geschiedkundige uitgaven
- VIII. De vestingwerken in beeld
Prijs € 26,- excl. verzendkosten. ('Contactpersonen' van de Stichting Monografieen krijgen 10% korting op de prijs)
Deel 26 Dossier Entgen Luijten - 'De heks van Limbricht'?
Wim Donners
Het verhaal van Entgen, de heks van Limbricht, dat kennen we toch allemaal?
Nou nee! Recent onderzoek van het originele procesdossier, het onderwerp van dit boek, wijst uit dat dit proces van meet af aan (eerste publicatie 1903) verkeerd is weergegeven. Daarna heeft elke auteur deze publicatie slechts (selectief) gekopieerd, vervormd en aangevuld met fictieve elementen.
Een cruciale bevinding:
Het was Entgen zèlf die zich meldde bij de autoriteiten. Ze wilde van alle verdenkingen verlost worden, daartoe gevangengezet worden, de waterproef ondergaan of desnoods gemarteld worden. Het dossier bevat nog tal van andere, niet eerder beschreven, details en personen die wel van belang zijn om het proces te begrijpen.
Waarom werd dit proces überhaupt gevoerd?
Wat hadden de vier juristen die in een Sittards logement bij elkaar kwamen samen te bedisselen?
De moord op Entgen wordt in het algemeen als een justitiële moord gezien. Maar is dat logisch en zijn daarvoor alternatieve verklaringen?
Hoe verliep de afwikkeling van de nalatenschap van Entgen?
Breder onderzoek van andere Limbrichtse archiefstukken geeft het antwoord op de vraag of Entgen en haar man Jacob Bovendeert een rol speelden bij de kasteelplunderingen in 1650, en ook hoe het afliep met Jacob. Uit die archiefstukken blijkt hoe Entgen eerder al eens een smaadproces voerde tegen een dorpsgenoot die haar voor heks uitgemaakt had; ze geven een beeld van hoe het dochter Grietchen verging na de dood van haar moeder en wat er met het huis van Entgen gebeurde.
Om het proces goed te kunnen duiden beschrijft het boek ook de ontwikkeling van de heksenvervolgingen, toegespitst op Rijn- en Maasland, evenals de voor het proces relevante juridische context.
Het boek bevat ook de nodige genealogische gegevens. Niet alleen van het voorgeslacht van Entgen, maar ook over haar nageslacht. Genealogisch onderzoek was nodig om enkele bij het proces betrokken personen te identificeren, met nooit eerder beschreven uitkomsten.
Tot slot wordt een hoofdstuk gewijd aan hoe het verhaal van dit proces vanaf 1903 tot 2022 evolueerde.
Het boek bevat de volledige transcriptie - waar nodig vertaald - van het procesdossier zodat de lezer zich desgewenst zelf een mening kan vormen over het verloop van deze zaak.
Prijs € 26 excl. verzendkosten. ('Contactpersonen' van de Stichting Monografieen krijgen 10% korting op de prijs)
---------------------------------------------------------------
Laatst verschenen in de reeks CHARLES BELTJENS
De Stichting Charles Beltjens is in 2017 opgeheven. Het uitgeven van boeken in de reeks Charles Beltjens evenals de verkoop daarvan, is door de Stichting Monografieën overgenomen.
EXSURGIT WICHERS! Straten voor ir. Sjaak Ex en ir. Kees Wichers, als eerbetoon aan twee pioniers van het Staatsmijnbedrijf
Sjef Maas
Dit boek werd gepresenteerd eind 2019.
In de tijdspanne van pakweg medio 1944 tot de bevrijding van Geleen op 8 september 1944, voltrok zich in het Stikstofbindingsbedrijf (SBB) van Staatsmijnen een tweeledige tragedie. Enerzijds deed de Duitse bezetter een poging om het SBB te dwingen springstoffen te maken, anderzijds bleek er in het SBB een alsmaar toenemende wanverhouding te zijn tussen katholieken en protestanten. Dit heeft er destijds toe geleid dat de protestantse bedrijfsleider ir. Kees Wichers genoodzaakt was om ontslag te nemen uit de dienst der Staatsmijnen en van ‘zijn’ SBB.
Prijs: € 10, excl. verzendkosten